Inhoud

Staatverschillen
Cancels
Meerdelige werken (afhankelijke publicaties)
Incorporate-constructie (semi-afhankelijke publicaties)
Container-constructie (semi-afhankelijke publicaties)


Toelichting

Een van de moeilijkere kwesties bij het beschrijven van oude drukken is de beslissing over wat er in bibliografisch opzicht samen hoort en wat niet. Hoewel we in de meeste gevallen vrij eenduidig kunnen bepalen of we exemplaren al dan niet onder één bibliografische beschrijving samenbrengen zijn er een aantal specifieke situaties die tot twijfel en discussie kunnen leiden. Alvorens in te gaan op deze fenomen bespreken we hieronder kort enkele basisregels m.b.t. een bibliografische eenheid.

Een bibliografische eenheid

Basisprincipe = 1 bibliografische beschrijving beschrijft 1 bibliografische eenheid. Er zijn drie hoofdcriteria die bepalen wat een bibliografische eenheid is:

  • Een bibliografische eenheid is een onafhankelijke en volledige publicatie met een eigen titelpagina en afzonderlijke collatie.
    • Check de volledigheid (titelpagina-paginering-signering). In reeksen van katernsignaturen zit (quasi) steeds een logica. Begint een publicatie bv. te signeren bij katern ++++ of F, dan is dit reden tot alertheid. Onvolledige reeksen zijn meestal het teken dat een exemplaar slechts een deel is van een groter geheel (de echte bibliografische eenheid). Er zijn vanzelfsprekend ook bibliografische eenheden zonder titelpagina, denk maar aan een aantal types drukwerk van beperkte omvang (bv. pamfletten of affiches). Bij dergelijke drukwerken zijn regelmatig ook paginering en signering afwezig.
  • Om tot dezelfde bibliografische eenheid gerekend te worden moeten exemplaren op dezelfde manier gepubliceerd zijn.
    • Vergelijk de impressa, het colofon en/of het edition statement. Van zodra er verschillen zijn in de aanduidingen van deze gegevens, is het quasi-zeker dat de exemplaren tot verschillende bibliografische eenheden behoren. 
  • Om tot dezelfde bibliografische eenheid gerekend te worden moeten exemplaren in dezelfde drukgang tot stand zijn gekomen, d.w.z. gedrukt met (grotendeels) hetzelfde zetsel.
    • Vergelijk de zetsels. De STCN-fingerprintmethode waarbij op bepaalde plaatsen wordt gekeken welke katernsignaturen zijn afgedrukt en welke karakters daar net boven staan is hiervoor een handig hulpmiddel.

Bijzondere gevallen


In 95% van de gevallen is er geen enkel probleem om te bepalen of een bepaald exemplaar een bibliografische eenheid vormt en al dan niet kan geïdentificeerd worden met andere gelijkende exemplaren. Er zijn echter een aantal specifieke fenomenen die tot twijfel en discussie kunnen leiden. Hieronder worden ze besproken.

Staatverschillen

Soms komt het voor dat bij vergelijking van twee of meer exemplaren kleine verschillen in het zetsel worden vastgesteld, meestal beperkt tot één of twee katernen. Deze zijn het gevolg van bewuste ingrepen, bv. het aanmaken van een aantal bijzondere exemplaren met een lofdicht voor een mecenas in het voorwerk of een kleine aanpassing in de tekst.

In de meeste gevallen zijn zulke staatverschillen geen aanleiding om afzonderlijke beschrijvingen op te stellen. Weliswaar is het bij staatverschillen zo dat exemplaren niet volledig van hetzelfde zetsel zijn gedrukt maar de verschillen zijn zoals gezegd beperkt in omvang. Wanneer opgemerkt, worden staatverschillen wel gesignaleerd in de bibliografische beschrijving en de holding.


  • Bib-record: 500 tag met noot met vast prefix “Different states” --> 500 $$a Different states. Some copies have a dedication to the bishop of Antwerp. Other copies have a dedication to the Antwerp city magistrate.
  • Bib-record: aanduiding bij links naar extern gedigitaliseerde exemplaren --> 856 41 $$y Digitized version in Google Books (State A)
  • Holding: aanduiding in tag 963 die aanduidt tot welke staat het exemplaar behoort --> 963 $$a State A (copy with dedication to the bishop of Antwerp)

! Er is echter 1 belangrijke uitzondering waarbij een staatverschil wel leidt tot het opsplitsen in afzonderlijke beschrijving, nl. wanneer de wijziging ertoe leidt dat de gegevens over de publicatie-omstandigheden zijn veranderd. Het meest courante voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde joint editions:

  • Drukker X en boekverkoper Y besluiten samen te investeren in de uitgave van een duur boek. Ze beslissen om in totaal 1500 exemplaren te drukken waarvan duizend met een impressum dat drukker X vermeldt en 500 met een impressum dat verwijst naar boekverkoper Y. Bij het drukken van de vellen met de titelpagina worden de eerste duizend vellen gedrukt met impressum X. Daarna wordt in het zetsel het impressum X vervangen door impressum Y en worden de resterende 500 vellen gedrukt.  1500 exemplaren die van grotendeels hetzelfde zetsel zijn gedrukt maar toch uiteenvallen in 2 bibliografische eenheden omdat de aanduiding over de publicatie-omstandigheden duidelijk afwijkend zijn.

Door kruisverwijzende noten in de beschrijvingen kan de eindgebruiker geinformeerd worden over de toestand. Voorbeeld: 500 $$a There is another issue of this edition with the imprint of Jacobus Meursius [- Michiel Knobbaert].

Cancels

Bij een cancel wordt een te vervangen blad of bladen (cancellandum) uit het boekblok gehaald en wordt een nieuwe versie (cancellans) op die plaats ingevoegd. Ook deze verschillen worden soms (maar zeker niet altijd) vastgesteld bij het vergelijken van exemplaren. In de regel geven ook deze ingrepen geen aanleiding tot het onderscheiden van bibliografische eenheden maar worden ze wel gemeld in een 500 noot.

! Opnieuw is er 1 uitzondering gelijklopend aan de regel voor staatverschillen. Wanneer door een cancel de aanduidingen over de publicatie-omstandigheden veranderen, worden de twee versies als afzonderlijke bibliografische eenheden onderscheiden. Dit komt het vaakst voor bij heruitgaves waarbij oude exemplaren na vervanging van de titelpagina (soms het hele eerste katern of voorwerk) opnieuw op de markt worden gebracht

  • Drukker X drukte 1000 exemplaren van een boek met op de titelpagina zijn naam in het impressum. Bij leven verkocht hij 700 exemplaren. Boekverkoper Y koopt de stock van X op na diens overlijden met de 300 resterende exemplaren. Hij laat 300 nieuwe titelpagina’s drukken met een impressum met zijn naam en de aanduiding ‘Laatste geheel overziene en grondig verbeterde uitgave’. Van de 300 exemplaren wordt de oude titelpagina weggesneden en de nieuwe in de plaats ingevoegd ook hier twee afzonderlijke bibliografische eenheden en dus twee beschrijvingen zijn.

Ook hier moet de catalograaf de eindgebruiker op de hoogte brengen door het toevoegen van een noot in de beschrijving van de heruitgave. Voorbeeld: 500 $$a Reissue of the edition published in 1656 in Antwerpen by Jacobus Meursius. Only the title page has been replaced.


Meerdelige werken (afhankelijke publicaties)

Meerdelige werken zijn werken die bestaan uit meerdere delen of volumes die als eenheid zijn uitgegeven en waarbij het ene deel automatisch naar de andere delen verwijst. Hoewel de volumes veelal op verschillende momenten zijn uitgegeven (bv. deel 1 in 1723 en deel 2 in 1725) worden deze inhoudelijk als één werk beschouwd en dus in één bibliografische beschrijving opgenomen. Hiervoor gelden wel drie voorwaarden:

  • De titels van de onderdelen moeten (min of meer) naar elkaar verwijzen.
  • De impressumgegevens op de verschillende delen (uitgezonderd publicatiejaar) komen grotendeels overeen.
  • De onderdelen moeten in een min of meer aaneengesloten periode tot stand zijn gekomen.

! Bij omvangrijke meerdelige werken, bv. een encyclopedie, komt het vaak voor dat verschillende drukkers betrokken waren bij de verdeling van hetzelfde meerdelig werk. Hier is het soms moeilijker om de volumes, die een ander impressum hebben, aan elkaar te koppelen. Wanneer we op basis van externe catalogi en databanken kunnen vaststellen dat er van elk van de delen wel degelijk slechts 1 versie (1 impressum) bestaat, kan het meerdelige werk in 1 bibliografisch record worden beschreven. In dat record worden vanzelfsprekend de verschillende impressa opgenomen in opeenvolgende tags 264. Is het daarentegen niet mogelijk om te verifiëren dat er slechts 1 mogelijke volledige ‘set’ is, opteren we ervoor om de volumes toch apart te beschrijven, en de eventuele inhoudelijke samenhang duidelijk te maken via een 500-noot.

Ook in twee andere gevallen is het aangewezen om uit te gaan van aparte bibliografische beschrijvingen:

  • Verschillende edities: indien we weten dat van bepaalde volumes verschillende edities in omloop waren en deze voor verwarring kunnen zorgen, is het aangewezen om de volumes apart te beschrijven.
  • Onvolledige exemplaren: het uitgangspunt van een bibliografisch record is altijd de ideal copy. Wanneer we slechts over één of enkele delen van een nog uitgebreider meerdelig werk beschikken, is het soms moeilijk om die ideale situatie, nl. het meerdelig werk in complete toestand, te reconstrueren. Indien ook externe bronnen ons hierover geen uitsluitsel kunnen geven is het wenselijk om elk volume afzonderlijk te beschrijven. Wanneer de overige volumes later toch opduiken kan het bib-record (en de holding!) op basis daarvan worden aangevuld/aangepast.

Incorporate-constructie (semi-afhankelijke publicaties)

Soms horen onderdelen onlosmakelijk bij elkaar, maar kunnen ze ook afzonderlijk voorkomen. Dit is het geval voor de zogenaamde dochterrecords binnen een incorporate-constructie: ze vormen samen met het moederrecord (de host) een bibliografische eenheid, maar hebben op hun beurt ook de karakteristieken van een onafhankelijke editie. Vaak worden ze vooraan in het werk (titelpagina of voorwerk) aangekondigd maar hebben ze ook, zoals een volledig onafhankelijke bibliografische eenheid, een eigen titelpagina en aparte paginering en signering.

In dergelijk geval worden meerdere beschrijvingen aangemaakt:

  • 1 bib-record waarin zowel moeder als dochter(s) worden meegenomen, mét holding en item.
  • Een bib-record voor elke dochter afzonderlijk, met toevoeging van een 773-link naar de host, zonder holding en item. Uiteraard krijgen bijkomende exemplaren die als onafhankelijke editie bewaard worden wel een holding en een item.

Klik hier voor meer informatie i.v.m. het beschrijven van een incorporate-constructie.

Opgelet! Het komt regelmatig voor dat onderdelen binnen een groter geheel beschikken over een afzonderlijke titelpagina maar de signering en paginering gewoon verder doorloopt. Hier is geen sprake van een tweede bibliografische eenheid maar van een afzonderlijk gepresenteerd werk (separately named part) waarbij het onderdeel onlosmakelijk deel uitmaakt van het grotere geheel. De titel van zo’n onderdeel kan in het bib-record worden opgenomen in tag 505 2_ met in subveld $$a de lokalisering van het onderdeel.
Een voorbeeld > 

  • 245 00 $$a Extract uyt het octroy van de Beemster, met de cavel-conditien, en de kaerte van dien. Als mede 't register van de participanten
  •  505 2_ $$a f. H3r-R2r: $$t Keuren ende ordonnantien van 't heemraadschap van de Beemster, ende den gevolge van dien ...

Container-constructie (semi-afhankelijke publicaties)

Ook een container-constructie gaat uit van een semi-afhankelijke relatie tussen het host-record en de toegevoegde delen én tussen de toegevoegde delen onderling. In tegenstelling tot de incorporate-constructie is de host echter geen volwaardig werk maar beperkt die zich tot een titelpagina of een titelpagina met voorwerk waarin de toegevoegde delen, die vaak wisselend zijn, worden aangekondigd. De onderdelen hebben wel de karakteristieken van een onafhankelijke editie aangezien ze beschikken over een eigen titelpagina, aparte signering en aparte katernering. Vaak gaat het trouwens over eerder afzonderlijk op de markt gebrachte edities die in een verzamelwerk worden samengebracht.


In dergelijk geval worden twee of meerdere beschrijvingen aangemaakt voor twee of meerdere bibliografische eenheden:

  • 1 bib-record voor het geheel met een collatieformule waarin enkel de bladen van het beperkte voorwerk worden genoteerd, aangevuld met een aanduiding van het aantal apart beschreven onderdelen (and X separately catalogued parts).
  • Een bib-record per toegevoegd onderdeel waarin enkel de samenstelling van dat deel wordt meegenomen in tag 300, met toevoeging van een 773-link naar de host, zonder holding en item. Uiteraard krijgen bijkomende exemplaren die als onafhankelijke editie bewaard worden wel een holding en een item.

Klik hiervoor meer informatie i.v.m. het beschrijven van een container-constructie.


Colofon

Laatst gewijzigd op 19.01.2022