Version française

Inhoud


Wat zijn lokale extensies?

In het LIBISnet delen we de bibliografische records met alle partners van het netwerk. Voor elke editie wordt er slechts 1 bibliografisch record gemaakt in de Network Zone (of 2 indien zowel de fysieke als de elektronisch/digitale versie worden beschreven) waaraan elke bibliotheek (of beter Institution Zone) de eigen inventory kan gaan koppelen: holding/items, representations of portfolios.

Voor de goede werking van een aantal functionaliteiten in Alma is het echter belangrijk dat het systeem kan 'zien' welke partners een bepaald bibliografisch record 'gebruiken'. Dat is de rol van een lokale extensie: het is als het ware een 'bijlage' die in een Institutione Zone aan een gedeeld Network Zone bib record wordt gekoppeld. De figuur hieronder toont dit principe schematisch voor een NZ bib record dat gedeeld wordt door 2 Institution Zones.

Image Placeholder

Lokale extensies zijn heel eenvoudig herkenbaar in Alma. Zowel wanneer je een record in preview bekijkt vanop een zoekresultatenlijst als in de Alma Metadata Editor wordt een lokale extensie voorafgegaan door een icoontje dat een tempeltje voorstelt. Dit was het figuurtje dat de Institution Zone aanduidde in Alma old style (nu het welbekende blauwe huisje).

Image Placeholder

Lokale extensie vs. lokaal veld

Een lokale extensie mag niet verward worden met een lokaal veld. Lokale velden zijn velden (of tags) die binnen de MARC21-standaard beschikbaar zijn voor een vrije invulling. Op die manier kunnen bibliotheken of netwerken voor hen relevante gegevens een plaats geven in de MARC21-records. Heel concreet zijn alle 9XX-tags in het datamodel voor bibliografische en holding records lokale velden. Binnen LIBISnet worden natuurlijk afspraken gemaakt over welke lokale velden voor welke gegevens gebruikt worden.

Binnen het netwerk gebruiken we inderdaad een aantal van deze lokale velden:

  • Veld 902 wordt gebruikt voor de registratie van de hoofdsleutels voor document- en materiaaltype, een systeem dat specifiek is voor LIBISnet.
  • Een aantal 98X velden worden gebruikt voor specifieke administratieve gegevens.
  • Het veld 996 gebruiken we voor de registratie van een aantal gegevens die toelaten om aanwinstenlijsten op te bouwen.

Maar niet al deze lokale velden worden ook effectief als een lokale extensie aan het NZ bib record gekoppeld. Het veld 902 bv. vormt de basis van de registratie van sleutelwaarden in de NZ bib records en moet daarom zeker als 'gewoon' veld in het NZ bib record worden opgenomen.

Opgelet: niet alle velden kunnen als lokale extensie worden toegevoegd. Dit kan enkel voor volgende tags: 77X/78X, 09X, 59X, 69X en 9XX.

Waarvoor dienen lokale extensies?

Lokale extensies zijn cruciaal voor de goede werking van een aantal functionaliteiten in Alma (en Limo!). Zodra er aan een Network Zone bib record in jouw Institution Zone 1 lokale extensie is toegevoegd, wordt het NZ bib record gelinkt aan jouw IZ. De lokale extensie is dus als het ware een anker dat het NZ bib record vastklinkt aan jouw IZ. Dat zorgt voor het volgende:

  • Het NZ bib record zal zichtbaar worden op de Institution Zone tab van de Alma-zoekresultatenlijst, ook al is er (nog) geen inventory aan het record gekoppeld.
  • Bij analytische bib records van bv. tijdschriftartikels of boekhoofdstukken, die geen eigen inventory hebben, is het noodzakelijk dat het record gelinkt is aan de eigen Institution Zone om de relatie met het tijdschrift resp. boek correct te laten werken. Hier is een lokale extensie dus noodzakelijk.
  • Door de lokale extensie 'weet' Alma dat het bib record in gebruik is binnen een specifieke Institution ZOne. Daardoor kan het niet per ongeluk verwijderd worden door collega's in andere Institution Zones.
  • Lokale extensies zijn ook alleen zichtbaar in de Institution Zone waar ze werden ingevoerd. Ze kunnen dus ook alleen maar in die Institution Zone bewerkt/verwijderd worden.
  • In velden die als lokale extensie worden ingevoerd, kunnen de keuzelijstjes Institution Zone-specifiek (dus enkel met waarden die relevant zijn in die Institution Zone) worden opgemaakt. In het keuzelijstje op veld 996 $$a dat als lokale extensie moet worden ingevoerd, vind je dus enkel de bibliotheekcodes van de bibliotheken in jouw Institution Zone.

Welke velden worden als lokale extensies ingevoerd?

In het LIBISnet-datamodel worden slechts een beperkt aantal velden als lokale IZ-extensie aan het bib record toegevoegd. De meeste gegevens in het bib record zijn immers relevant voor alle partners-gebruikers van het bib record en moeten dus ook gewoon in het NZ bib record worden ingevoerd.

Volgende tags worden echter als lokale extensie ingevoerd:

  • 699: dit veld bevat een lokale groepstitel en wordt enkel gebruikt binnen de context van het beheer van (erf)goedcollecties om bib records te clusteren die deel uitmaken van een specifieke herkomstcollectie.
  • De velden 981, 982 en 983: deze lokale velden zijn bedoeld voor de registratie van administratieve gegevens van resp. bibliotheken van de KU Leuven (981), bibliotheken van de Associatie KU Leuven (982) en bibliotheken van andere LIBISnet-partners (983). Het is zeker nog geen algemene praktijk om deze als lokale extensie toe te voegen maar eigenlijk heeft dit alleen maar voordelen: de gegevens blijven zo afgeschermd binnen de eigen IZ en kunnen dus ook niet per ongeluk aangepast of verwijderd worden in andere Institution Zones.
  • 996: dit veld, dat in elke IZ moet worden toegevoegd wanneer een nieuw bib record wordt gemaakt of een bestaand record 'in gebruik wordt genomen', dient steeds als lokale extensie te worden toegevoegd. Op die manier wordt de noodzakelijke lokale 'verankering' van het NZ record verzekerd.

Hoe voeg je lokale extensies toe?

Er zijn drie methodes om een lokale extensie aan een NZ bib record toe te voegen maar één ervan is niet aan te raden.

  1. via een template: je kan in een template al voorzien dat een bepaald veld als lokale extensie moet worden toegevoegd. Dat doe je door achteraan het veld $$9 local toe te voegen. Wanneer je daarna de template gebruikt om een nieuw record of via Expand from template, zal dat subveld $$9 local vervangen zijn door het tempel-icoontje voor de tag.
  2. Image Placeholder

  3. via het menu van de MDE of sneltoets: kies in de Metadata Editor voor menu Editing Actions > Add local extension. Het kan nog sneller met de toetsencombinatie Ctrl + L. In het record wordt een volledig nieuw veld ingevoegd met vooraan een tempel-icoontje. Het gaat ook hier dus niet om een gewoon NZ-veld maar om een lokale extensie. Invoer van tag en gegevens gebeurt natuurlijk wel zoals bij gewone velden.
  4. Image Placeholder

  5. Omzetten van een NZ 996 tag naar een lokale extensie: als je in een reeds opgeslagen bibliografisch record toch nog een NZ 996 tag aantreft (zonder tempeltje) die thuishoort in jouw IZ, ga dan als volgt te werk:
    • selecteer en kopieer de inhoud van de NZ 996 tag
    • maak een nieuwe 996 tag als lokale extensie via Ctrl+L (zie 2)
    • plak de gekopieerde inhoud in deze nieuwe 996 tag
    • verwijder de foute NZ 996 tag
    • sla het record op
    Via de volgende link kan je een korte clip bekijken waarin deze methode gedemonstreerd wordt: Een (foute) NZ 996 tag omzetten naar een (juiste) lokale extensie in je IZ

Opgelet: de methode waarbij aan een gewone NZ 996 tag in het bib record een $$9 local wordt toegevoegd mag niet gebruikt worden. Deze methode lijkt hetzelfde effect te sorteren want na opslaan van het record is het $$9 local verdwenen en wordt een tempel-icoontje getoond. Maar in een specifiek scenario, nl. wanneer er in het bib record al een andere lokale extensie aanwezig is, leiden deze tags toch tot problemen: ze worden ook zichtbaar in andere IZ's.

Colofon

Laatst gewijzigd op 02.06.2023