Inhoud

Toelichting

Op deze pagina worden een aantal specifieke documenttypes behandeld die in de context van de catalografie van oude drukken kunnen voorkomen, en die op bepaalde vlakken afwijken van de algemene regelgeving voor oude drukken.

Incunabelen

Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de Handleiding registratie incunabelen van STCV. Met incunabelen wordt bedoeld:

  • Typografisch materiaal (gezette tekst)
  • Tot stand gekomen tot en met 1500 (vanaf 1501 = 'gewone' oude druk)
Het datamodel voor de oude drukken vormt de basis voor beschrijvingen van incunabelen. Hieronder worden een aantal specifieke aandachtspunten opgelijst.

245 - Hoofdtitel

Bij incunabelen is er vaak (nog) geen sprake van een typografische titelpagina waardoor er voor de titel moet worden uitgeweken naar andere plaatsen in het document, of naar externe bronnen. De volgorde van voorkeur is de volgende:

  1.  (Titel van de titelpagina): een recto pagina aan het begin van het boekblok, waarop de eigenlijke tekst (hoofdwerk) nog niet begint. Ze bevat op zijn minst de titel van het werk, eventueel ook een illustratie, auteur, en (later) het impressum.
  2. Caption/kop: titel bovenaan bij het begin van het hoofdwerk. Typografisch duidelijk onderscheiden van de rest van de tekst.
  3. Incipit: duidelijk afgescheiden incipit als titelstatement (“Hier begint…”, “icy commence’”) of eerste betekenisvolle woorden van het hoofdwerk, niet visueel onderscheiden van de rest van de tekst.
  4. Colofon: visueel onderscheiden van de rest van de tekst (dus geen explicit), vaak in combinatie met impressumgegevens.
  5. Titel uit externe bronnen: bibliografische naslagwerken of databanken, bv. ISTC.
  6. Titel van een vorige editie van het werk.
  7. Titel gebaseerd op informatie in paratext of elders in het werk.
  8. Titel gebaseerd op de algemene inhoud van de tekst.

Een opmerking in tag 500 kan de keuze en bron voor de titel verduidelijken, bv.:

  • 500 $$a Title derived from incipit
  • 500 $$a Title derived from external source XXX
  • 500 $$a Title derived from colophon on f. m4v
246 - Alternatieve titel
  • In referentiewerken en externe databanken worden incunabelen vaak met andere titels opgenomen dan de titel die wij aanmaken in veld 245.
  • Om ook deze titels zichtbaar te maken voor de gebruikers, nemen we deze alternatieve titels (vb. uit ISTC, Polain, GW, …) op in veld 246 13. 
300 - Collatie
  • Bij incunabelen zijn de katernsignaturen vaak gedrukt in de onderkast. Bij afwezigheid van katernsignaturen worden standaard letters in de onderkast tussen vierkante haken gebruikt.
  • Naast het klassiek 23-letterig Latijns alfabet werd soms ook gebruik gemaakt van karakters voor drie standaardafkortingen. Deze werken gebruikt voor de signaturen na de z. In de collatieformule worden deze aangeduid door de tekst van de afkorting tussen vierkante halen: [et], [con], [rum].
340 - Kenmerken van het medium (optioneel)
  • Noteer in 340 $$e de drager/het materiaal: paper of parchment (invoer via keuzelijst)
500 - Algemene opmerking
  • Gebruik tag 500 voor algemene, bondige opmerkingen in het Engels voor:
    • De keuze/bron van de titel en impressum
    • ...
510 - Literatuurreferentie (optioneel)
  • Incunabelen zijn vaak opgenomen in het referentiewerk 'Polain'. Je kan een verwijzing hiernaar opnemen in tag 510 4_ $$a Polain $$c [sigelnummer van de incunabe;]
856 - Link naar externe databanken
  • Zie Incunabula Short Title Catalogue (ISTC)
953 - Periode van publicatie
  • In tag 953 wordt de periode van publicatie in eeuwen opgenomen.
  • In $$c kan de letterlijke transcriptie van de datum worden ingevoerd.


Tijdschriften voor 1840

De deelwerkgroep catalografie oude drukken besliste in 2022 om tijdschriften die voor 1840 zijn uitgegeven, onder het resource type 'JOURNAL' in te delen. De toevoeging van het genre "Books before 1840" zorgt voor de verwijzing naar de context oude drukken. 

De basis voor beschrijvingen van tijdschriften voor 1840 is het datamodel van de seriële publicaties. Hieronder vinden jullie een overzicht van een aantal specifieke tags die vooral de context oude drukken representeren, en die ter aanvulling dienen van het hierboven genoemde datamodel.

Specifieke aandachtspunten in het bibliografisch record:

902 - LIBISnet document- en materiaaltype
  • $$r JOURNAL
  • $$m PHYSICAL
264 - Impressum
  • Take what you see: neem de gegevens zo letterlijk mogelijk over
  • Altijd twee of meerdere tags 264 _1!
  • Eerste tag 264 _1 $$c toont de volledige periode van uitgave.
  • Tweede en volgende tags 264 geven opeenvolgende boekverkopers, drukkers en uitgevers aan in chronologisch dalende orde. $$3 geeft de periode, per tag 264/boekverkoper weer. Bijvoorbeeld:
    • 264 _1 $$c 1826-1828
    • 264 _1 $$a Te Antwerpen $$b by J.B. Heirstraeten, drukker en boekverkoopers $$3 1826-1828
655 - Genre
  • Standaard: 655 _4 $$v Books before 1840
  • Invoer via keuzelijst
100/110/700/710 - Auteurs/betrokkenen
  • Invoer gebeurt steeds onder authority control
  • Tag 100/110 zal weinig of nooit ingevoerd worden want een persoon of corporatie kan enkel als creator beschouwd worden als die persoon of corporatie verantwoordelijk is voor de inhoud van de publicatie als geheel (en niet voor bepaalde delen). Aanduidingen die hier wel op kunnen wijze
    • De aanwezigheid van de naam van de persoon of corporatie in de titel
    • De persoon of corporatie is (inhoudelijk!) uitgever/editor van het tijdschrift als geheel
    • De publicatie bestaat volledig uit persoonlijke opinies van 1 individu.
  • Andere relevante functieaanduidingen in de context van tijdschriften:
    • 7XX $$e editor (inhoudelijke uitgever/redacteur)
    • 7XX $$e editor in chief (inhoudelijke hoofdredacteur)
710 - Boekverkoper, drukker, uitgever
  • Boekverkopers, drukkers en/of uitgevers worden in overeenstemming met de regelgeving oude drukken altijd opgenomen in tag 710!
856 - Link naar bijkomende informatie/extern gedigitaliseerde exemplaren
  • Ook bij tijdschriften vóór 1840 gaan we zoeken naar bijkomende informatie in databanken en gedigitaliseerde exemplaren.
953 - Periode van publicatie
  • Invoer via keuzelijst in $$a.
Specifieke aandachtspunten in het holding record:

866 - gedetailleerde bezitsnotatie
  • Voor algemene info zie deze pagina
  • De nummering en/of tijdsaanduiding (jaartal) van seriële publicaties vóór 1840 is niet altijd even eenduidig en consequent aangeduid op de fysieke exemplaren. Het is daarom vaak niet evident om de standaardnotatie toe te passen zoals die in de link hierboven wordt toegelicht:
    • Niveau 1 = jaargang (Enumeration 1/nummering 1)
    • Niveau 2 = jaartal (Chronology 1/tijdsaanduiding 1)
    • Niveau 3 = nummering (Enumeration 1/nummering 2)
    • Bijvoorbeeld 866 $$a 1(1827)1-4; 2(1828)2,4
  • In dergelijke gevallen opteren we voor een niet-vereenvoudigde notatiewijze:
    • Bijvoorbeeld 866 $$a 08.01.1799; 07.04.1799; 28.11.1799
Specifieke aandachtspunten in het item:

Item description field
  • Vul altijd het Item Description Field in: ofwel copy-paste je de bezitsinformatie uit de holding, maar als deze veel te uitvoerig is, kan je ervoor kiezen om te werken met begin- en eindinformatie
    • Bijvoorbeeld 1(1827)1-4; 2(1828)2,4
    • 1(1827) - 11(1837) / Incomplete
Material type
  • 2 mogelijkheden (af te spreken per bibliotheek)
  • Copy: verwijst naar de set of holding als geheel
  • Issue: als elk nummer van een tijdschrift een individueel item krijgt. Hierbij is het wel belangrijk om jaargang, jaar en nummering (indien beschikbaar) in te voeren in de daarvoor voorziene itemvelden:
    • Enumeration A = jaargang
    • Chronology I = jaartal
    • Enumeration B = aflevering/nummer

Colofon

Laatst gewijzigd op 12.02.2024