Inhoud
Waarom onderscheid tussen 100/110 en
700/710?
In het bibliografische record registreren we de
namen van personen en corporaties die gelinkt
zijn aan het te beschrijven document. MARC21
voorziet daarvoor
3 plaatsen:
- 100/110: 1 persoon (100) of 1 corporatie
die als 'hoofdverantwoordelijke' (zie
verder) voor het beschreven werk kan
beschouwd worden. In een bibliografisch
record kan altijd maar 1 1XX-tag worden
opgenomen.
- 600/610: personen of corporaties die het
onderwerp zijn van het beschreven
document. Hierover lees je meer op
volgende pagina: Tag 600/610: personen
en corporaties als
onderwerp.
- 700/710: herhaalbare tag waar alle
personen en/of corporaties die een rol
hebben in de realisatie van het document,
kunnen worden geregistreerd.
Binnen LIBISnet werd er een hele tijd
geleden voor gekozen om de tags 100/110
niet te gebruiken behalve in
specifieke datamodellen voor muziekpartituren
en -opnames. Alle personen en corporaties
worden dus geregistreerd in tags 700/710
zonder een 'hoofdverantwoordelijke' te
onderscheiden van de anderen.
Omdat Primo VE echter 'rekent' op
bibliografische records die in
overeenstemming zijn met de
RDA-beschrijvingsstandaard en het strikte
MARC21-model en de
mogelijkheden voor lokale bijsturingen beperkt
zijn, wordt deze keuze nu zichtbaar in Limo.
Een van de problemen is dat, wanneer er
meerdere personen in tag 700 geregistreerd
worden, de volgorde niet altijd even logisch
is. Deze volgorde wordt ook overgenomen in de
display in Limo. Door de
'hoofdverantwoordelijke' in tag 100/110 te
registreren, staat deze altijd vooraan in de
weergave van zoekresultaten en volledige
bibliografische records en in de citations. Regels om auteurs in juiste
volgorde in tags 700 in te voeren, helpen niet
omdat Alma bij sommige bewerkingen de volgorde
verandert. Een voorbeeld:
De enige oplossing is om ook
binnen LIBISnet weer aan te sluiten bij de
internationale norm en dus waar
nodig/mogelijk 1 persoon of corporatie te
registreren als 'hoofdverantwoordelijke' in
een tag 100 of 110 en alle andere namen, zoals
vroeger, in tags 700 of 710 te
verwerken.
Welke persoon/corporatie moet
geregistreerd worden in tag 100/110?
Altijd een creator
Het korte antwoord op deze vraag is: in de tag
100 of 110 mag alleen de naam van een creator worden
geregistreerd. RDA
definieert een creator als a person,
family, or corporate body responsible
for
the creation of a work. Om
deze
definitie te begrijpen is het noodzakelijk om
het begrip work zoals dat in RDA
gebruikt wordt, te verklaren. Een stukje
theorie dus.
Het begrip work is zelf deel van het
FRBR-model (Functional Requirements for
Bibliographic Records) dat vier verwante
'entiteiten' onderscheidt die we definiëren en
illustreren
aan de hand van een 'boek':
- work (werk): FRBR
definieert een werk als 'een afzonderlijke
intellectuele of artistieke creatie, of,
de intellectuele of artistieke inhoud'.
Het gaat bij een boek dus om de
verhaallijn en ideeën zoals deze door de
auteur bedacht zijn, zonder dat dit werk
al een materiële vorm krijgt.
- expression (expressie): dit is 'een
intellectuele of
artistieke verwezenlijking van een werk in
alfanumerieke, musicale of choreografische
notering, geluid, beeld, object, enz. of
combinaties van deze vormen'. Eén werk kan
verschillende expressies krijgen: een
tekst kan niet alleen in verschillende
talen worden uitgedrukt maar de tekst kan
ook in verschillende vormen worden
uitgedrukt: als leesbare tekst op papier
(of scherm) of als beluisterbare tekst
wanneer een opname wordt gemaakt van
iemand die deze tekst voorleest.
- manifestation (manifestatie): dit
is 'een fysieke
belichaming van een expressie van een
werk'. Heel eenvoudig: zowel het
auteurshandschrift, als de opeenvolgende
gedrukte edities van een tekst in
verschillende talen of de uitgave van een
cd met de voorgelezen tekst zijn
manifestaties van de verschillende
expressies van 1 werk. Overigens toont dit
al de leeftijd van het FRBR-model. Deze
manifestaties hoeven immers niet
noodzakelijk een fysieke vorm aan te
nemen. Ook het digitale bestand van e-book
of een audiostream
zijn manifestations.
- item (exemplaar): een
exemplaar (dat kan zowel een fysiek object
zijn als een elektronisch bestand) van een
manifestatie. Bv. een boek dat we in de
bibliotheek op het rek hebben staan.
- bij een 'tekstueel' werk is de
schrijver/auteur de creator.
- de componist is de creator van een
muzikaal werk.
- de fotograaf is de creator van een
fotografische opname.
- de vertaler van een tekst, de editor die
een kritische editie verzorgt of de
stemacteur die een boek voorleest, zijn
betrokken bij de totstandkoming van een
expressie. Hetzelfde geldt voor een
muzikant of orkest dat een muziekstuk
uitvoert maar ook voor de geluidsingenieur
die de opname verzorgt.
- Uitgevers, drukkers, vormgevers zijn
personen of corporaties die bijdragen tot
de totstandkoming van een
manifestatie.
Creator die
hoofdverantwoordelijke voor de inhoud
is
De tag 100 of 110 is niet herhaalbaar.
Meer nog: in 1 bibliografisch record mag
altijd maar 1 1XX-tag aanwezig zijn. Als
catalograaf moet je dus kiezen welke tag
gebruikt wordt:
- 100: wanneer de
hoofdverantwoordelijke voor de inhoud van
het document een persoon is
- 110: wanneer de inhoud in hoofdzaak
gecreëerd werd door een corporatie
- 130: wanneer beslist wordt om een
uniforme titel te gebruiken. Dit gebeurt
slechts zeer uitzonderlijk (bv. bij
Bijbelboeken, liturgische werken)
Op/in een document worden vaak vele namen
vermeld en als catalograaf is het dus je
opdracht om de volgende vragen te
beantwoorden:
- Welke van de vermelde personen en/of
corporaties zijn creators? Deze vraag werd
hierboven al behandeld.
- Als er meerdere creators geïdentificeerd
kunnen worden, wie is dan de
hoofdverantwoordelijke?
Om de tweede vraag te beantwoorden, zetten we
een aantal 'standaardsituaties' voorop,
telkens geïllustreerd met voorbeelden. Meer
specifieke regels zijn vaak gekoppeld zijn aan
bepaalde documenttypes. Een afzonderlijke
pagina brengt deze allemaal samen: 100/110 of 700/710:
specifieke richtlijnen per
documenttype.
1. Het
document bevat 1 werk van 1 creator
Dit is de meest eenvoudige situatie: het te
beschrijven document bevat slechts 1 werk en
slechts 1 van de vermelde personen of
corporaties kan als hoofdverantwoordelijke
voor de inhoud van dat werk worden aangeduid.
In dat geval wordt die persoon of corporatie
vanzelfsprekend geregistreerd in tag
100/110.
Voorbeeld: de uitgave van Bezonken rood, een
roman van Jeroen Brouwers (Antwerpen: Atlas,
2010) [9989354280101471]: het te beschrijven
document valt samen
met het werk van Jeroen Brouwers. Zijn naam
wordt dan ook in tag 100 geregistreerd.
2. Het document bevat 1 werk met meerdere
creators
Hier moeten we twee situaties onderscheiden:
- Het werk is een samenwerking van meerdere
creators die alle dezelfde rol
hebben
- Het werk is een samenwerking van meerdere
creators met verschillende rollen
Aan een werk kunnen verschillende
personen/corporaties samen gewerkt hebben
in
dezelfde hoedanigheid: denken we bv.
aan een
boek of artikel met meerdere
auteurs/schrijvers. Als niet
op een andere manier (bv. door lay-out,
toegevoegde aanduiding) kan vastgesteld worden
wie de hoofdverantwoordelijke is voor de
inhoud, wordt de eerstvermelde creator
genoteerd in een tag 100/110 en alle
volgende
in tags 700/710.
Voorbeeld: Ken- en stuurgetallen voor
personeelsmanagement (Deventer: Kluwer, 1994)
[9915587190101471]: de titelpagina vermeldt
Baarda, Kouwenhoven en Werkhoven onder elkaar
als auteurs. Baarda staat bovenaan en wordt
dus in tag 100 genoteerd, de twee anderen in
tags 700.
Andere werken zijn eigenlijk een samenstelling
van verschillende componenten waarvoor
verschillende creators verantwoordelijk
zijn.
Goede voorbeelden zijn opera's of films. Een
opera is een combinatie van muziek (met de
componist als creator) en een libretto (met
een librettist/auteur als creator). Een film
is een samenwerking van een scenarist,
regisseur, beelddirecteur, acteurs, ... die
allen voor een deel verantwoordelijk zijn voor
de inhoud van het werk. Voor deze
documenttypes zijn er specifieke regels die
toelaten om te beslissen over het
identificeren van een
'hoofdverantwoordelijke'. Je vindt
deze terug
op de webpagina 100/110 of 700/710:
specifieke richtlijnen per
documenttype.
3. Het document bevat een
'hoofdwerk' en één of
meerdere 'ondersteunende' werken
In een document wordt het 'hoofdwerk' vaak
ondersteund door verschillende andere
elementen die in principe ook als een werk
kunnen gezien worden: een inleiding,
annotaties maar ook illustraties. De personen
die hiervoor verantwoordelijk zijn, hebben
immers ook een intellectuele of creatieve daad
gesteld. Deze
ondersteunende werken zijn echter verbonden
aan een specifieke expressie van het
hoofdwerk. De verantwoordelijken zijn dan ook
geen creators maar contributors.
Voorbeeld: de uitgave van Shakespeares Othello vertaald door en met een
inleiding van Willy Courteaux (Antwerpen:
Nederlandsche boekhandel, 1960)
[9919879240101471]:
- Het hoofdwerk is Othello en dat is
natuurlijk een werk van William
Shakespeare. Zijn naam wordt in tag 100
genoteerd
- Willy Courteaux droeg bij tot de expressie
van dit werk, door het te vertalen én door
een inleiding te schrijven. Hij wordt dan
ook vermeld in tag 700.
4. Het document bevat meerdere werken van
verschillende creators
Wat is de impact op de catalografische
workflow?
Deze verandering heeft slechts een beperkte
impact op het dagelijkse werk van de
catalograaf in LIBISnet: het gaat vooral om
een bijkomende 'intellectuele'
oefening. De catalograaf zal nu
telkens - op basis van de gegevens in het
document (of samengezocht in andere bronnen)
en aan de hand van de bovenstaande algemene en
eventuele specifieke regels voor bepaalde
documenttypes - moeten beslissen of een
persoon of corporatie in een
tag 100 of 110 moet worden
geregistreerd.
- 100 1_ $$a Moeyaert, Bart $$e author $$e
cover designer
Het invoeren zelf gebeurt echter op exact
dezelfde manier als voor de tags 700 en
710. Dat wil zeggen dat ook in deze
tag:
- Namen steeds worden ingevoerd door
authority records op te zoeken en te
selecteren via de F3-knop
- Dezelfde authority records worden gebruikt
voor de tags 100 en 110 als voor de tags
700 en 710.
- Nieuwe authority records voor deze tags
dus op exact dezelfde manier en volgens
exact dezelfde regels worden
opgesteld.
Alle informatie over het werken met authority
records is verzameld in het dossier Authority
records.
Tag 100/110 in records op basis van
templates
In alle gedeelde NZ-templates worden vanaf nu
lege tags 100 en 110 voorzien. Als je in een
record deze tag dus nodig hebt, staan ze
klaar. Gebruik je ze niet, dan worden ze bij
het opslaan van het record automatisch
verwijderd.
Natuurlijk kan je ook in je eigen private
templates best deze tags al voorzien.
Tag 100/110 in records via
copycat
Wanneer je een record via Search
Resources uit een externe catalogus in
Alma importeert, werden voorheen tags 100/110
uit het originele record automatisch verhuisd
naar tags 700/710. Dat gebeurt nu niet meer
waardoor er twee mogelijkheden zijn bij het
importeren:
- Het geïmporteerde record bevat al een tag
100 of 110: in dat geval volgen we het
RDA-basisprincipe Accept what you
get. Er is al bepaald wie als
hoofdverantwoordelijke kan geïdentificeerd
worden dus volgen we die eerdere
beslissing. Natuurlijk kijk je wel na of
er voor die persoon al een
LIBISnet-authority record bestaat en maak
je dit aan indien nodig.
- Het geïmporteerde record bevat nog geen
tag 100 of 110: omdat ook een aantal
externe catalogi de tags 100/110 nog niet
gebruiken, kunnen we in dit geval niet
zomaar het record 'aanvaarden'. Kijk in
deze gevallen dus na of het volgens de
regels niet nodig is om een persoon of
corporatie die geregistreerd is in een tag
700/710 gepromoveerd moet worden naar
100/110 als hoofdverantwoordelijke voor de
inhoud.
Tag 100/110 in oude records
Het gebruik van de tags 100 en 110 werd in 2022
ge(her)introduceerd i.f.v. de implementatie
van PrimoVE. In alle records van voor deze
verandering waren alle namen van
(hoofd)auteurs en andere betrokkenen opgenomen
in tag 700 en/of 710. Eind 2022 werden daarom
in zoveel mogelijk records met
geautomatiseerde jobs de hoofdauteurs
'gepromoveerd' van 700 c.q. 710 naar 100/110.
Dit werd echter enkel gedaan in records waar
dit 'veilig' kon gebeuren, m.a.w. waar het op
basis van eenvoudige regels eenvoudig vast te
stellen was of en welke tag 700/710 naar
100/110 moest verhuizen:
- records waar slechts 1 tag 700/710 in
aanwezig was waarbij deze tag dan een $$e
author had.
- records met meerdere tags 700/710 maar
waar er maar 1 $$e author had.
Records met meerdere tags 700/710 waar meer
dan 1 van die tags $$e author had, werden
niet aangepast. In deze records was
het onmogelijk om automatisch te bepalen welke
van die tags naar tag 100/110 kon verhuizen
omdat a) er geen zekerheid is dat de
catalograaf de namen in de juiste volgorde
invoerde en b) gebleken was dat Alma bij het
uitvoeren van jobs de tags 700/710
hersorteerde in alfabetische volgorde waardoor
in vele records de oorspronkelijke volgorde
waarin ze ingevoerd werden, niet meer bewaard
was.
Deze records kunnen enkel manueel worden
aangepast en aangezien het nog om vele
records gaat zal dit een langzaam
vorderend werk zijn. Alle catalografen
zijn van harte uitgenodigd om als ze een
dergelijk record 'tegenkomen' deze aanpassing
te doen. Maar het is heel belangrijk om
daarbij correct te werk te gaan. Let
daarom op volgende zaken:
- Ga niet voort op de volgorde van de
tags in het Alma-record om de
regel "de eerstgenoemde hoofdauteur wordt
in tag 100/110 opgenomen" toe te passen.
Zoals gezegd is deze volgorde niet
betrouwbaar.
- Verander een tag 700 of 710 dus enkel
in een tag 100 of 110 op basis van een
betrouwbare bron. Idealiter doe je
dit met het document in de hand (of
op het scherm in geval van een e-book)
zodat je op basis van titelpagina en
andere gegevens in het werk kan bepalen of
er een hoofdauteur is en als er meerdere
zijn, wie dan de eerstgenoemde is en dus
naar tag 100 of 110 kan verhuizen. Als het
niet mogelijk is om het document zelf te
raadplegen, kan bv. ook een beschrijving
in een betrouwbare catalogus (bv.
LOC) als bron dienen.
- Pas de algemene regels hierboven ook
hier correct toe: niet elke
beschrijving moet een tag 100/110
krijgen. Er zijn vele documenten waar het
onmogelijk is om aan te duiden wie de
hoofdverantwoordelijke is voor de inhoud
van het hele werk. In die records dus geen
100/110. Let ook op bijzondere regels voor
een aantal specifieke
documenttypes.
Colofon
Laatst gewijzigd op 03.03.2023